Multimediaal leermateriaal
Illustratief
filmmateriaal kan onder andere helpen om de leerstof
of het belang ervan te situeren. Het bekijken van een filmpje kan gegeven
worden als opdracht voor of na de les, of de film kan tijdens de les getoond
worden als introductie bij een thema of ter illustratie van een bepaald
onderwerp.
Een filmpje kan ten eerste gemaakt worden op basis van (een compilatie van) bestaand videomateriaal, zoals nieuwsitems, documentaires,… . Dit biedt het voordeel dat er geen nieuw eigen materiaal gemaakt moet worden en tijdsbesparend werkt. Er is uiteraard wel iemand nodig die relevante video’s opzoekt en compileert. Een nadeel van deze werkvorm is dat de bronnen beperkt zijn en er dus onderwerpen kunnen zijn waarvoor er geen kwalitatief en relevant videomateriaal beschikbaar is. Daarnaast kan het zijn dat het bestaande materiaal niet altijd voldoende aansluit bij de leerstof (te verregaand of net te weinig gedetailleerd) of dat niet tegemoet gekomen wordt aan de doelstelling die de lesgever wil bereiken.
Wanneer bij het analyseren van bestaand videomateriaal vastgesteld wordt dat er niet voldaan wordt aan de basisvereisten - of als er gewoon geen materiaal ter beschikking is – is het essentieel om eigen materiaal te ontwikkelen. Dit biedt als ultiem voordeel dat een ‘op maat gemaakte’ film kan gemaakt worden, waarin alle te behandelen onderwerpen aan bod komen en de diepgang zelf bepaald kan worden. Als neveneffect heeft deze werkmethode uiteraard dat ze tijds- en arbeidsintensief is. Bovendien is het voor het ontwikkelen van kwalitatief videomateriaal van belang dat het nodige (film)materiaal ter beschikking staat, alsook dat de medewerker(s) enige expertise inzake filmen en compileren heeft. Verschillende instellingen en organisaties werkten reeds een overzichtelijk stappenplan uit in functie van het gebruik van ‘video in het onderwijs’, in de handleiding van de KULeuven werkt men bijvoorbeeld rond de drie belangrijkste fases van het productieproces van een kwaliteitsvolle onderwijsvideo:
Handleiding KU Leuven en handleiding van "Leerlingen voor leerlingen"
Een filmpje kan ten eerste gemaakt worden op basis van (een compilatie van) bestaand videomateriaal, zoals nieuwsitems, documentaires,… . Dit biedt het voordeel dat er geen nieuw eigen materiaal gemaakt moet worden en tijdsbesparend werkt. Er is uiteraard wel iemand nodig die relevante video’s opzoekt en compileert. Een nadeel van deze werkvorm is dat de bronnen beperkt zijn en er dus onderwerpen kunnen zijn waarvoor er geen kwalitatief en relevant videomateriaal beschikbaar is. Daarnaast kan het zijn dat het bestaande materiaal niet altijd voldoende aansluit bij de leerstof (te verregaand of net te weinig gedetailleerd) of dat niet tegemoet gekomen wordt aan de doelstelling die de lesgever wil bereiken.
Wanneer bij het analyseren van bestaand videomateriaal vastgesteld wordt dat er niet voldaan wordt aan de basisvereisten - of als er gewoon geen materiaal ter beschikking is – is het essentieel om eigen materiaal te ontwikkelen. Dit biedt als ultiem voordeel dat een ‘op maat gemaakte’ film kan gemaakt worden, waarin alle te behandelen onderwerpen aan bod komen en de diepgang zelf bepaald kan worden. Als neveneffect heeft deze werkmethode uiteraard dat ze tijds- en arbeidsintensief is. Bovendien is het voor het ontwikkelen van kwalitatief videomateriaal van belang dat het nodige (film)materiaal ter beschikking staat, alsook dat de medewerker(s) enige expertise inzake filmen en compileren heeft. Verschillende instellingen en organisaties werkten reeds een overzichtelijk stappenplan uit in functie van het gebruik van ‘video in het onderwijs’, in de handleiding van de KULeuven werkt men bijvoorbeeld rond de drie belangrijkste fases van het productieproces van een kwaliteitsvolle onderwijsvideo:
Handleiding KU Leuven en handleiding van "Leerlingen voor leerlingen"
Daarnaast
is het mogelijk om in het kader van de theorie van de ‘flipped classroom’
educatieve filmpjes op te nemen waarin de lesgever een onderwerp toelicht. Dit
kan bestaan uit een opgenomen hoorcollege, een korte analyse van een
welbepaalde probleemstelling, het uiteenzetten van een stappenplan, …
afhankelijk van de vooropgestelde doelstelling(en).
Definitie: “Flipping the Classroom is een organisatievorm van onderwijs waarbij je klassikale ‘kennisoverdracht’ vervangt door video’s en eventuele andere vormen van online instructie. Leerlingen kunnen de kennis hierdoor buiten de schoolmuren en de reguliere lessen tot zich nemen. Er is zo meer klassikale tijd beschikbaar voor het beantwoorden van vragen, individuele aandacht, verdieping en activerende didactiek. Flipping the Classroom kan bijdragen aan gedifferentieerd onderwijs en maakt het voor leerlingen mogelijk om instructie te krijgen op hun eigen tempo.” Bron http://www.kennisnet.nl/themas/flipping-the-classroom/.
Definitie: “Flipping the Classroom is een organisatievorm van onderwijs waarbij je klassikale ‘kennisoverdracht’ vervangt door video’s en eventuele andere vormen van online instructie. Leerlingen kunnen de kennis hierdoor buiten de schoolmuren en de reguliere lessen tot zich nemen. Er is zo meer klassikale tijd beschikbaar voor het beantwoorden van vragen, individuele aandacht, verdieping en activerende didactiek. Flipping the Classroom kan bijdragen aan gedifferentieerd onderwijs en maakt het voor leerlingen mogelijk om instructie te krijgen op hun eigen tempo.” Bron http://www.kennisnet.nl/themas/flipping-the-classroom/.